Er worden meer dan 800 talen gesproken in NYC en één daarvan is niet gebonden aan een specifieke regio of cultuur, behalve New York.
New Yorkers hebben absoluut hun eigen manier van spreken, met zinnen en woorden die bezoekers of in andere steden waarschijnlijk niet begrijpen.
We vroegen onze volgers om de straattaal van NYC te noemen die niemand anders begrijpt… en hier zijn de antwoorden!
Ten eerste waren er veel over hoe NYers tijd en afstand doorgeven….
1. “Running late, subway problems” = Je bent 45 minuten te laat vertrokken, maar er waren ook echte metroproblemen.
2. Het is een klein stukje lopen (lees: het is geen klein stukje lopen).
3. Ik ben er over 5 minuten (45 minuten tot 3 uur te laat).
4. Het is om de hoek of op de weg… dit betekent dat het ver weg is.
5. Het verschil tussen “you mad far” en “you mad deep”.
6. Het is niet ver, het is “daar” (slechts 35 straten verderop).
En hoe we bestellen:
7. “Geef me maar een beetje.”
8. Ik belde ooit een pizzeria en vroeg om “een taart”. De persoon met wie ik was was doodsbang. Zei “maar je zei geen pizzataart, wat als ze denken dat je appel bedoelt?”.
9. “Een gewone koffie.” (AKA melk, 2 suikers)
10. Naar de winkel op de hoek gaan voor een “held.”
11. “Kaas hakken.”
12. “Ik moet boodschappen doen” (iedereen in het land zegt boodschappen doen).
13. “Even een hoekje vierkante extra kaas halen.”
In gesprek:
14. “How you do’n” = het kan me f*^king niet schelen hoe het met je gaat
15. “Yo dat is mijn zoon.”
16. “Fuckisyoutalkinbout” is één woord.
Over vervoer:
17. “Het is showtime dames en heren”.
18. “Gonna bust a U-eee (youie) real quick.” [U-bocht]
19. “Kan ik een veeg krijgen?”
Algemene woordenschat:
20. “Ik ga naar de stad”… betekent Manhattan, zelfs als je in Brooklyn woont.
21. Als je buiten de 5 boroughs vertrekt: je woont upstate!
22. Weet je, de huur is veel te hoog.
23. “Het is gekke baksteen buiten.”
24. “B en T” = Brug en Tunnel.
25. In plaats van in de rij staan, staan NYers “on line”.
26. “Blokken” geen straten, “stoep” geen treden.
27. “Niet voor niets.”
28. “Ik ben er geweest.”
29. “AIGHT, SO BOOM.”
30. “Het staat erop.”
31-42. Bruh (stop met spelen) bruhh (ben je serieus?) bro (kijk uit) gimme my 3 feet (ga van me af) dumb (overdrijf “domme baksteen uit”) whip (mooie auto) guap (geld) trippin (extra zijn) beef (verschil van mening) you good (ben je oké?) Don’t worry about it? (Stop.) Je bent cool. (Hebben we een probleem?)
43. “Alleen in NY…” betekent dat je net iets geks over straat hebt zien rollen.
Wat staat er in jouw NYer lexicon? Voeg het hier in een reactie toe!